VROUWEN VAN DE PROFEET

De vrouwen van de profeet (vzmh)

Geschreven door: Imaan Hassane

"De Profeet is de gelovigen meer nabij dan zij zichzelf. En zijn echtgenotes zijn hun moeders." Soerat Al-Ahzaab (33), aayah 6

Alle vrouwen die het leven van de profeet deelden, en dus ook deel uitmaakten van de levens en gewoonten van alle moslims, waren, ieder voor zich, op hun eigen manier bijzonder, ieder van hen had bepaalde eigenschappen of kenmerken die het voor moslims zinvol maken haar leven te bestuderen en na te volgen.
De vrouwen in het leven van de profeet waren buitengewoon, evenals de mannen die hem steunden, maar die leken in vergelijking met de boodschapper niet anders dan de meeste mannen. Pas wanneer ieder van hen apart wordt bestudeerd, ontdekt men hoe geweldig die eerste moslims waren.

Chadiedja
Aisja en Sauda
Oemm Habiba
Hafsa, de dochter van Omar



Chadiedja (Moge Allah tevreden over haar zijn)

We beginnen in chronologische volgorde, met Chadiedja.
Chadiedja, de dochter van Choewailid, was van adellijke afkomst. Zij was degene die de profeet (Allahs vrede en zegeningen zij met hem) benaderde voor het huwelijk middels haar vriendin, Nafisah. Veel moslims vinden dat het niet gepast is voor een meisje of haar voogd om een man te benaderen voor een huwelijk, zij vinden dat de man degene is die om de hand van het meisje moet vragen. Het voorbeeld van het huwelijk van de profeet met Chadiedja toont ons dat zo'n traditie slechts een zaak is van valse trots.
Onze moeder Chadiedja was mooi en intelligent en had veel geërfd van haar vader en haar vorige man. Ze was onafhankelijk en had een goedlopend handelsbedrijf dat ze het liefst zelf beheerde, in een tijd dat de meeste vrouwen niets zelf mochten doen. Velen notabelen van de Quoraisj vroegen haar ten huwelijk, maar werden vriendelijk doch beslist afgewezen. Toen ze Mohammed echter ontmoette, was het liefde op het eerste gezicht. Hij had een goed karakter en kwam uit de meest vooraanstaande familie van de Quoraisj, hij had de bijnaam, de amien (betrouwbare) en de sadiq (oprechte), en was inderdaad een geschikte echtgenoot voor deze vrouw. Zij was op haar beurt de enige vrouw die hem had kunnen begrijpen en steunen bij de beproevingen die hem te wachten stonden.
De leeftijd van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) was vijfentwintig jaar, hetgeen waarschijnlijk de optimale leeftijd is voor een huwelijk voor een man. Chadiedja was veertig jaar, oud in die tijd.
In de eerste instantie nam hij haar handel over en deed zijn plichten als echtgenoot en vertegenwoordiger met veel succes. Maar de scherpzinnige, begripvolle Chadiedja merkte dat de handel hem niet echt kon boeien, en dus onthief ze hem van zijn plichten, om hem in staat te stellen lange maanden van beschouwing en eenzame aanbidding door te brengen in de bergen, in de grot Hira. Daar verlangde hij vurig naar, en Chadiedja erkende en begreep dat verlangen. Mohammed dacht tijdens die perioden van afzondering niet meer aan zichzelf en vergat te eten en te drinken, dus Chadiedja was dan zo attent eten naar de grot te sturen.
Op een dag keerde hij bevend van angst en verwondering uit de bergen terug, om haar zijn visioen te vertellen. Wijzer dan de meeste andere vrouwen als ze was, begreep ze de aard van Mohammeds visioenen en verzekerde hem ervan dat Allah iemand met zo'n goed karakter niet krankzinnig zou maken. Zodra hij opdracht kreeg de Boodschap te verkondigen, getuigde Chadiedja van haar geloof in Allah en Mohammed als Zijn boodschapper. Ze was, na de boodschapper, de eerste moslim op aarde.
De Qor`an zegt dat er tederheid en erbarmen is tussen man en vrouw. Chadiedja was het toonbeeld van erbarmen en tederheid, en toen de jaren van strijd tegen de heidenen begonnen, stond ze vastberaden en standvastig naast haar vervolgde man. Ze verlichtte zijn zware verantwoordelijkheden en liet de kwellingen van de Qoraisj onbelangrijk schijnen.
Toen de Qoraisj de moslims boycotten, verdroeg ze met hem geduldig de drie jaren van ernstige ontbering in de bergen, en omdat ze als rijke vrouw niet aan zo'n zwaar leven gewend was, kostte haar dat haar gezondheid. Ze stierf met een aanmoediging voor haar man op haar lippen, volledig vertrouwend op haar Heer.

Chadiedja`s dood trof Mohammed zwaar, en hij rouwde om haar zoals hij nog nooit om iemand gerouwd had. Ze hadden geweldig veel van elkaar gehouden, met een liefde de niet van deze wereld was, en in heel zijn verre leven koesterde hij haar herinneringen en alles en iedereen dat met haar te maken had. Niemand kon ooit haar laats innemen. Veelbetekenend zijn Aisja`s woorden:"Ik ben op geen vrouw zo jaloers als op zijn herinneringen aan Chadiedja."
Het huwelijk van Mohammed en Chadiedja duurde vijfentwintig jaar. Het was een ideaal huwelijk, gebaseerd op wederzijdse liefde en respect. Gedurende die vijfentwintig jaar groeide Mohammed uit van een jongeman, hij was immers pas vijfentwintig toen hij trouwde, tot een rijpe, begaafde profeet. Zijn levenswijze verschilde nauwelijks van die van andere mensen van zijn leeftijd en achtergrond, maar twee zaken onderscheidde hem: de lange maanden van verering die hij in de bergen doorbracht, en het feit dat hij nooit naar een andere vrouw dan Chadiedja verlangde. Dit was zeer opmerkelijk in een tijd waarin de meeste mannen meerdere vrouwen en slavinnen hadden.
De drie jaren na de dood van Chadiedja waren de verdrietigste jaren van Mohammeds leven, omdat hij door haar dood geen troost en begrip meer in huis vond, en door Aboe Talibs dood vlak daarvoor geen steun meer buitenshuis vond. Juist op het moment dat de Qoraisj hun verzet tegen hem versterkten en nog meer druk op hem uitoefenden, was hij alleen en zonder troost of hulp om het woord van Allah te verdedigen tegen de boosaardige krachten van gemene, brute hebzucht.




Hieronder zullen we de huwelijken van de profeet na de dood van Chadiedja bespreken, maar eerst wijden we een paar woorden aan de achtergrond van die huwelijken.
Voor de Arabieren was het huwelijk geen vereniging van twee individuen, maar van twee stammen. Elke man probeerde door middel van een huwelijk een machtige schoonfamilie aan zich te binden, waarmee hij in vredestijd goede sier kon maken en die hem in oorlogstijd kon steunen. Vaak was het de familie van de vrouw die uit was op een vereniging met een bepaalde man, omdat hij het waard was hun schoonzoon te zijn en tot een bepaalde stam behoorde. Het was een maatschappelijke en politieke kwestie, liefde en schoonheid waren bijzaak.

Aisja en Sauda (Moge Allah tevreden over hen zijn)

Na drie jaar van voortdurende strijd, toen Mohammed drieënvijftig was, kwam een verwante genaamd Chawla bij hem en wees hem erop dat zijn huis vreselijk verwaarloosd was en dat zijn dochters een moeder nodig hadden om voor hen te zorgen. Mohammed had zich dat wel gerealiseerd, maar had nooit aan hertrouwen gedacht.
"Maar wie kan Chadiedja`s plaats innemen?" Vroeg hij verbaasd.
"Aisja, de dochter van Aboe Bakr", antwoordde ze.
Aboe Bakr was Mohammed's beste vriend. Meermalen had hij zijn leven op het spel gezet om Mohammed's leven te reden, en meermalen had hij zijn levensonderhoud en bezittingen omwille van de islam ingezet. Hij had zijn hele leven gewijd aan het dienen van Allah en Zijn boodschapper. Mohammed had het gevoel dat Aboe Bakr het verdiende daarvoor geëerd te worden, en een verbintenis met hem en zijn stam was goed voor de islam, maar Aboe Bakrs dochter was een knap meisje van zeven jaar, niet bepaald de meest geschikte persoon om voor zijn dochters te zorgen. " Maar ze is heel jong ", zei hij.
Chawla had voor alles een oplossing. Hij zou tegelijkertijd trouwen met Sauda, de weduwe van Al-Sakran ibn Amr. Zij was de eerste vrouw die omwille van haar geloof naar Abessinië was geëmigreerd, had omwille van de islam veel te verduren gehad en leefde op dat moment, na de dood van haar man, bij haar oude vader in huis. Ze was van middelbare leeftijd, nogal mollig, had een vrolijk, vriendelijk karakter en was precies de juiste persoon om voor opgroeiende meisjes te zorgen. Mohammed gaf Chawla dus toestemming om er met Aboe Bakr en Sauda over te gaan praten.
Beiden partijen beschouwden het voorstel als een grote eer, en aanvaarden het.

Sauda trok bij Mohammed in en nam onmiddellijk de zorg voor zijn dochters en huishouden op zich, terwijl Aisja zich met hem verloofde en in het huis van haar vader bleef wonen.
Voordat Aisja met de profeet verloofd was, was ze eerst verloofd met een andere man Jubayr ibn Mut`am. Hij was geen moslim en zijn ouders haalde hem over om niet met de dochter van Aboe Bakr te trouwen omdat ze bang waren dat zij hem over gingen halen ook moslim te worden. Daarom werd de verloving verbroken. (De aya dat moslima`s verbood met een niet-moslim te trouwen was nog niet geopenbaard.)
Een paar jaar later nadat Mohammed en Aboe Bakr naar Medina geëmigreerd waren, werd Aisja op Aboe Bakrs verzoek Mohammeds vrouw. Aboe Bakr was een ruimdenkend man die veel gereisd en gestudeerd had, veel wist van de wijsheid van de Arabieren en een autoriteit was op het gebied van Arabische genealogie. Hij was dol op poëzie, en leerde Aisja en haar oudere zuster Asma de mooiste Arabische gedichten en spreekwoorden. Toen merkte hij dat ze een bekwame leergierige leerling was, vlug van begrip en met een snel, nauwkeurig geheugen. Ze was heel intelligent en ontwikkelde zich al spoedig tot een scherpzinnig geleerde, die vaak met anderen zat te discussiëren. Wanneer ze iemand op argumenten versloeg, glimlachte de profeet (vzmh) en zei: "Ze is de dochter van Aboe Bakr."
Aisja werd zo geleerd, dan één van haar tijdgenoten vaak zei dat zij meer wist dan alle vrouwen bij elkaar. Ze kwam vaak samen met de vrouwen en onderwees hun de voorschriften en rituelen van de islam, die de boodschapper haar geleerd had. Lang na de dood van de boodschapper en Aboe Bakr was zij een bron van kennis over de beleving van de islam en de woorden van de boodschapper, zowel hetgeen dat betrekking had op vrouwen, als datgene dat betrekking had op mannen. Het is een voorbeeld van Goddelijke wijsheid dat ze op zo`n jonge leeftijd naar Mohammeds huis ging, zoveel in zich opnam, en het op de juiste wijze aan de volgende generatie kon overdragen.
Aisja was niet alleen een geleerde, maar ook een gracieuze jonge vrouw met een knap gezicht. Er groeide vriendschap tussen haar en Sauda toen ze als jong meisje bij Mohammed introk, en Sauda zorgde ook voor haar. Jaren later stond Sauda haar deel van de tijd van de profeet af ten gunste van Aisja, en was er tevreden mee zijn huishouden te besturen en een ' moeder der gelovigen ' te zijn.
Als dochter van Aboe Bakr, die zijn hele fortuin ooit had weggegeven omwille van zijn geloof, en als vrouw van Mohammed, die nooit iets voor zichzelf hield, was ze heel vrijgevig. Op een dag liet de boodschapper een offerdier slachten. Volgens de islam heeft degene die het offer aanbied het recht een derde deel voor zichzelf te houden en wordt de rest onder de armen verdeeld. Toen ze alle armen iets gegeven had, ontdekte ze dat ze alleen de nek van het dier nog over had voor het grote gezin van de profeet. Verslagen ging ze naar Mohammed en zei: " Ik heb alleen dit maar kunnen bewaren." "Dat is het enige dat je niet bewaard hebt." Zei de boodschapper glimlachend. Want alles dat naar Allah gaat, wordt inderdaad bewaart.
Aisja was heel charmant, en de boodschapper koesterde warme gevoelens voor die jonge vrouw, die als klein meisje naar zijn huis was gebracht en op zijn hoede was opgegroeid.
Op een dag kwam een oudere dame bij hen op bezoek, en Mohammed was erg aardig voor haar. Nadat ze vertrokken was, vroeg Aisja wie ze was, en Mohammed zei:" Ze kwam vaak bij ons langs toen Chadiedja nog leefde. " Alles dat hem aan zijn lieve Chadiedja herinnerde, was hem dierbaar.
Een andere keer hoorde hij de stem van Hala, Chadiedja`s zus, op de binnenplaats, en hij haastte zich naar buiten om haar te begroeten. Later zei Aisja geërgerd tegen hem:" Chadiedja was een oude vrouw, en Allah heeft jou een beter iemand gegeven."
"Bij Allah ", zei hij, "Mijn heer heeft mij nooit een beter iemand gegeven. Ze vertrouwde mij, toen de mensen mij minachtten, ze geloofde mij toen de mensen mij voor leugenaar uitmaakten, ze steunde mij met haar geld toen mensen mij van alles beroofden, en Allah heeft mij alleen van haar nakomelingen geschonken." Aisja zei: "Ik leerde mijn mond te houden over zaken die Chadiedja betroffen."
Mohammed was vriendelijk voor alle mensen, en aardig en voorkomend voor vrouwen, maar hij had loyaliteiten waar niemand afbreuk aan mocht doen. Hij vergat nooit iemand die hem een dienst had bewezen, en koesterde de herinnering aan Chadiedja.




Oemm Habiba (Moge Allah tevreden over haar zijn)

Oemm Habiba was de dochter van Aboe Soefiaan, één van de meest felle vijanden van Mohammed en de Islam, en een man die vele oorlogen tegen hem geleid had.
Oemm Habiba was samen met haar man moslim geworden en was met hem naar Abessinië geëmigreerd. Daar keerde haar man, toen hij ontdekte dat het hele land christelijk was, zich van de Islam af en werd christen. Toen bevond ze zich in een uiterst pijnlijke positie, omdat ze noch bij haar man kon blijven, noch naar haar vader terug kon keren. De islam schrijft namelijk voor dat een islamitische vrouw alleen met een moslim mag trouwen, en haar vader was niet alleen een heiden maar ook één van de aanvoerders van ongeloof en boosaardigheid.
Oemm Habiba was afkomstig van de trotse, rijke stam genaamd de Oemayya (de Oemayyaden uit de latere geschiedenis), en was voordat ze moslim werd gewend aan luxe en overvloed. Zij besloot toen echter om zich samen met haar dochtertje terug te trekken in afzondering. Vergeten en aan haar lot overgelaten leefde ze in erbarmelijke omstandigheden, maar ze keerde zich niet af van de islam.
Ze was dan misschien vergeten door de mensen, maar Allah en Zijn erbarmen vergeet niemand.
Op een dag, toen ze in haar eenzame kamer in dat vreemde land zat, klopte een slaaf genaamd Abraha op haar deur. Hij zei dat de koning van Abessinië haar gevraagd had om bij hem te komen om een boodschap te ontvangen. De boodschap was dat Mohammed haar ten huwelijk had gevraagd, en de koning zei dat als ze toestemde, ze een moslim in Abessinië tot huwelijksvoogd moest benoemen. Oemm Habiba was dolblij; ze was niet vergeten. Het was een geweldige eer, en bovendien had Mohammed haar vierhonderd dinar gestuurd als bruidschat. (in die tijd een grote som geld, die ze goed kon gebruiken).
Mohammed wist dat hij zijn vrouw in het verre Abessinië niet kon ontmoeten, maar het feit dat hij aan haar gedacht had, haar financieel gesteund had, en haar met zijn naam geëerd en beschermd had, vrolijkte de arme vrouw geweldig op.
Zes jaar later, toen de geëmigreerde moslims eindelijk uit Abessinië konden terugkeren, kwam ze naar Medina, en werden daar hartelijk verwelkomd door Mohammed, die zojuist als overwinnaar uit Chaibar was teruggekeerd.




Hafsa, de dochter van Omar (Moge Allah tevreden over hen zijn)

Omar ibn Al-Chattab was een man die zowel invloed had bij de moslims als bij de Qoraisj. Hij had veel te verduren gehad en zwaar voor de islam gestreden. Samen met Aboe Bakr was hij de man die het meeste voor het nieuwe geloof gedaan had. Hij week geen moment van de zijde van de boodschapper (vrede en zegeningen met hem) en besprak alles met hem. Zoals gezegd waren hij en Aboe Bakr in feite de meest intieme raadsmannen van Mohammed (vrede en zegeningen met hem).
Omar had een dochter genaamd Hafsa. Ze trouwde op haar twaalfde met een moslimman, hij overleed aan zijn verwondingen in de slag van Oehoed, en zo werd ze op haar eenentwintigste weduwe.
Omar Ibn Al-Chattab had medelijden met zijn dochter die zo vroeg weduwe werd en dus besloot Omar zijn dochter blij te maken en naar een geschikte man voor haar uit te kijken.
Eerst dacht hij aan Aboe Bakr, de leider van Banoe Taim en een goede vriend van de boodschapper (vrede en zegeningen met hem). Omar ging naar Aboe Bakr, die vriendelijk luisterde toen hij over Hafsa praatte, maar weigerde toen Omar hem vroeg met haar te touwen. Omar was gekwetst, maar ging er toch met Othmaan ibn Affaan over te praten. De rijke, vrome en vrijgevige Othmaan zou een even geschikte echtgenoot zijn als Aboe Bakr, maar ook hij weigerde. Dat was te veel voor Omar, zo'n weigering was een belediging voor de familie en de stam van de vrouw.
Gekwetst door de twee weigeringen ging Omar zich bij de profeet (vrede en zegeningen met hem) beklagen over het gedrag van zijn twee vrienden. Beleefd bood de boodschapper aan om zelf met haar te trouwen. Hij kon niet vergeten wat Omar allemaal voor de islam gedaan heeft, en het was niet meer dan rechtvaardig zijn twee meest intieme adviseurs gelijk te behandelen. Toen Omar uit het huis van de boodschapper (vrede en zegeningen met hem) kwam straalde hij van blijdschap, Aboe Bakr kwam Omar tegen en wist dat de profeet het Omar verteld had, aan de uitstraling van Omar. Hij verklaarde dat de boodschapper hem verteld had dat hij met Hafsa wilde trouwen, en dat dat de reden was dat hij Omars aanbod geweigerd had, maar hij had iets wat de boodschapper (vrede en zegeningen met hem) hem in vertrouwen had verteld, niet openbaar willen maken.
Voor de komst van de islam werden vrouwen niet geacht een eigen mening te hebben of zich tegen de mening van hun heren en meesters te verzetten. Volgens de islam is een vrouw een individu die het recht heeft zelf te denken, en net als mannen uiting te geven aan haar mening. In Allah's ogen is zij een vrij, verantwoordelijk wezen. Mohammed (vrede en zegeningen met hem), die de moslims altijd het goede voorbeeld gaf, moedigde zijn vrouwen aan te studeren en zelfstandig na te denken.
Terwijl Aisja, de dochter van Aboe Bakr, net als haar vader dol was op poëzie, hield Hafsa, de dochter van Omar, er van om net als haar vader allerlei zaken met de boodschapper te bespreken. Hafsa vond het heerlijk om van deze pas verworven privilege gebruik te maken, en discussieerde veel en vaak met de profeet. Verfijnd en vriendelijk als hij was, stond hij haar toe haar mening te geven, en dit ging zo enige tijd door, tot Omar ibn Al-Chattab op een dag met Hafsa`s moeder sprak en zei:"Ik denk dat ik het zo-en-zo zal doen." Daarop antwoordde de vrouw:" Maar het zou beter zijn als je het zo-en-zo deed." Geschokt zei Omar:" Kibbel je met mij, vrouw?"
"Waarom niet?" zei ze. "Jouw dochter kibbelt zo lang met de boodschapper van Allah, dat hij er de hele dag door van streek is."
Omar trok zijn mantel aan en ging onmiddellijk naar het huis van zijn dochter.
"Klopt het dat je met de boodschapper van Allah kibbelt?" Vroeg hij.
"Ja, dat klopt", zei Hafsa.
Hij stond op het punt zijn, in zijn ogen, ongemanierde dochter te straffen toen Mohammed (vrede en zegeningen met hem) binnenkwam en hem verbood haar aan te raken.
Omar verliet het huis van zijn dochter en ging naar Sauda, die ook met de boodschapper getrouwd was en sterk door hem was beïnvloed en gestimuleerd in haar ontwikkeling, ze zei:"Ik sta versteld van jou, ibn Al-Chattab. Jij hebt je met alles bemoeid. Wil je je nu ook bemoeien met iets dat alleen de boodschapper en zijn vrouwen aangaat?"
Vervolgens liet Sauda Omar niet gaan voordat hij veel van wat hij juist achtte, had afgezworen.
Later toen Omar khalief was, kwam er op een avond een man naar zijn huis om zich over zijn vrouw te beklagen omdat ze ruzie met hem maakte. De man ging naar Omars huis en hoorde vanuit het huis een geruzie tussen Omars vrouw en Omar, en dat haar stem hoger was dan die van Omar. De man keerde om en dacht: "Zijn probleem is net als die van mij". Omar kwam toen naar buiten en vroeg: "Zocht je mij?" "Ja"Antwoordde de man. "Ik kwam klagen over mijn vrouw, maar ik hoorde dat jouw situatie gelijk is als de mijne."
Omar zei toen iets ontzettend moois: "Ze wast mijn kleding, voedde mijn kinderen op en de islam heeft dat niet van haar gevraag te doen, kan ik haar dat niet tolereren als ze haar woede af en toe uit?"